Moet je van een politieagent zeggen dat hij een vak uitoefent? Dat hij zijn leven ten dienste van de maatschappij stelt? Of is zijn 'vak' een roeping en gaat hij voor niets minder dan een betere wereld? De politieman die wij het best kennen, met nummer 212, deinst er in ieder geval niet voor terug zich als (wijfjes)kangoeroe te verkleden wanneer hij verneemt dat een mannelijke soortgenoot op zoek is naar een dierentuin. Maar hij helpt ook overvallers die voor een bankfiliaal fout geparkeerd staan, en hij heeft er zelfs derdegraadsbrandwonden voor over om een lading illegaal vuurwerk in beslag te nemen. Een dronken man thuisbrengen die over straat rijdt met een grasmaaier, is dan eigenlijk nog de meest onschuldige opdracht. Maar wat de agent ook doet, altijd monden zijn goedbedoelde interventies uit in een chaotische herrie. En ook al voel je je niet steeds even veilig in de wijk waar onze agent zijn honderd vijftig kilo in de strijd werpt, lachen kun je gegarandeerd wel.