In 1970 verscheen hij voor het eerst in het blad Libelle. Al gauw was de familie Tromp, bestaande uit vader Jan, moeder Jans, dochters Karlijn en Catootje, de Grote Rooie Kater, Lotje de teckel en Loedertje de Siamees, velen dierbaar geworden. De strip durfde op speelse wijze aktuele cultuurverschuivingen in beeld te brengen: Catootje beleefde de komst van een eerste gekleurd kind op haar school, moeder Jans veranderde van huisvrouw in carrièrevrouw en kreeg op latere leeftijd nog een zoon.
Ook kreeg de familie regelmatig bezoek van nicht Hanna, die bom-moeder was, dit tot grote onrust van de conservatieve opa Tromp, gemodelleerd naar de vader van Jan Kruis.
De VNU, de grootste uitgeverij van stripalbums in Nederland, zag niets in uitgave van 'Jan, Jans en de Kinderen' en het was kleine uitgever Joop Wiggers die de publicatie van de strips in boekvorm ter hand nam, wat hem en de tekenaar in de loop der tijden geen windeieren heeft gelegd - er zijn inmiddels meer dan twee miljoen albums verkocht. De figuren uit deze strip leenden zich uitstekend voor allerhande vormen van merchandising: van borden tot stickers, overal prijkte het gezin Tromp met spitse of educatieve teksten.
De strip 'Jan, Jans en de Kinderen' verschijnt nog altijd wekelijks in de Libelle. Sinds 1999 wordt hij getekend door medewerkers van de Studio Jan Kruis. Jan Kruis zelf tekent alleen nog de avonturen van zijn striphelden voor goede doelen, zoals de Leprastichting. De immer sigaar rokende opa van de familie Tromp is zelfs gesignaleerd in een TV-spotje tegen roken in de nabijheid van kinderen (2002).